Ad van Wesel: "Duurzaam voeren is topsport"

5 oktober 2022

Nog steeds stijgende energieprijzen, een onzekere gastoevoer en de noodzaak om, vanwege het klimaat, minder fossiele brandstoffen te gebruiken. Genoeg redenen om fors in te zetten op vermindering van het energieverbruik van je bedrijfsvoering, ook voor ForFarmers. Maar hoe zorg je ervoor dat de energiebesparing niet ten koste gaat van de kwaliteit van het eindproduct? Dat is het vraagstuk waar Ad van Wesel, directeur van het ForFarmers Nutrition Innovation Centre (NIC), met zijn team dagelijks aan werkt.

Verandering vraagt om innovatie

Ad van Wesel
Ad van Wesel

“Ons agri domein is continu in beweging”, begint Ad. “Dit vraagt om innovatie en aanpassingsvermogen.” Hij benoemt verschillende vraagstukken waar de sector mee te maken heeft, zoals stikstof en CO2-emissies, veranderende wetgeving en maatschappelijke veranderingen. “Ook het dier verandert dankzij bijvoorbeeld genetische vooruitgang. Toen ik 36 jaar geleden in de sector begon, groeide een vleesvarken gemiddeld 700 gram per dag. Tegenwoordig is 900 gram gangbaar en halen sommige boeren zelfs ruim 1000 gram per dag. Zulke prestaties realiseren is topsport. Je moet zorgen dat de voeding aansluit op de potentie van de atleet, in dit geval het dier.”

Impact van innovatie

De invloed van een innovatie op andere delen binnen de keten, bijvoorbeeld het productieproces of de voerconversie, is een belangrijk aandachtspunt binnen projecten van het NIC: “Het kan zomaar gebeuren dat je op één gebied investeert, bijvoorbeeld dierenwelzijn, en dat dit vervolgens ten koste gaat van de efficiëntie van je eigen bedrijfsvoering of elders in de keten”, stelt Ad. “Dit zag je bij het verbod op het kappen van kippensnavels. Het leek qua dierenwelzijn een verbetering, maar dieren werden bang van elkaar en dat bracht meer onrust in de stal. De voerconversie ging erop achteruit met een grotere vraag naar voer, en dus een grotere CO2 footprint per kg eindproduct als gevolg.” Voor het team van Ad betekent dit dat zij continu de balans zoeken om in veranderende omstandigheden optimale resultaten te kunnen bereiken. “Twee jaar later zien we nu dat we weer langzaam richting de oude voerefficiëntie gaan.”

Twee vliegen in één klap

Als een energiebesparing ten koste gaat van de voerconversie kan dit onder aan de streep negatief uitpakken. Daarom is conversie een belangrijk focuspunt voor het NIC als het gaat om CO2-reductie. “We moeten ons realiseren dat de CO2 footprint van voeders voor 95% bestaat uit de grondstoffen waarvan ze gemaakt zijn. Wij voegen met productie en transport slechts 5% toe. Dus als voerefficiëntie slechter wordt omdat wij in de fabriek wat energie besparen, is het netto milieueffect al gauw negatief.” Dit betekent volgens Ad niet dat er niet op ingezet moet worden. “Met energiebesparende maatregelen kun je naast emissies ook kosten besparen. In tijden van hoge energieprijzen krijgen dergelijke maatregelen extra wind in de zeilen en sla je twee vliegen in één klap.”

Nederland korrelland

Afbeelding: Voer in schep_intro
De productie van korrels kost veel energie

Eén van de thema’s waar het NIC in duikt om energie te kunnen besparen is de vorm van het voer: geperst voer tegenover meel. “Nederland is echt een korrelland. We gebruiken bijna geen meel zoals ze dat in bijvoorbeeld Duitsland en België wel doen. Daar zijn de installaties bij de boer ook niet op ingesteld”, aldus Ad. De productie van korrels, waar perskracht en stoom voor nodig is, kost veel energie. Een (gedeeltelijke) overstap naar meel kan dus een forse energiebesparing opleveren. “Moét alles in korrels of is dat gebruik erin geslopen? We onderzoeken nu of het mogelijk is om meel te voeren.” Ad en zijn team wegen de voordelen voor het energieverbruik en de risico’s voor een verslechtering van de voerconversie tegen elkaar af. “Over de uitkomst kan ik nu helaas nog niet zoveel vertellen. Dat doen we wel in een volgend stuk”, zegt hij met een knipoog.