Agriterra-ervaring van Wander de Wolde: “Het is mooi om iets terug te kunnen doen”

6 juli 2018

Agriterra en ForFarmers zijn in 2017 gaan samenwerken om boerenorganisaties en coöperaties in opkomende landen te helpen professionaliseren. ForFarmers biedt medewerkers en dealers de mogelijkheid hun kennis en expertise beschikbaar te stellen voor adviesopdrachten en trainingen van Agriterra. Rundveedealer Wander de Wolde is in dit kader onlangs een week naar Ethiopië geweest om een lokale voerfabriek van advies te voorzien.

Mooi om iets terug te kunnen doen

Wander de Wolde in Ethiopië

Wander heeft voordat hij bij ForFarmers als dealer startte jaren in Afrika gewoond en er zelf meerdere melkveebedrijven gerund en begeleid. “Het is een prachtig continent. Dus toen ik tijdens een Rundvee-bijeenkomst over de samenwerking met Agriterra en de mogelijkheid om namens ForFarmers uitgezonden te kunnen worden hoorde, sprak me dat meteen aan. Waarom? Omdat ik het mooi vind om nu een keer iets terug te kunnen doen, ik heb wel iets met Afrika. Daarnaast trekt het avontuur me ook.”

Kijken, luisteren en praten

Een medewerker van de voerfabriek

“Mijn opdracht was om een lokale coöperatie die in een kleine voerfabriek zelf voer mengen, te adviseren. De verkoop van voer aan vleesveehouders loopt namelijk niet zo lekker, waardoor ze maar op een kwart van hun capaciteit draaien. Ze krijgen hun product moeilijk aan de man”, licht Wander toe.

De vraag is, wat kan je in een week dan voor zo’n organisatie betekenen? “Wat ik met name heb gedaan is de huidige situatie inventariseren: hoe verloopt de productie, wat mengen ze aan voer. Dus kijken en luisteren. Maar ook: kijken hoe de koeien gehouden worden, boeren bezoeken en met ze praten. Ook met boeren die geen producten afnemen van de coöperatie. Op basis hiervan heb ik advies uitgebracht over wat snel en gemakkelijk te verbeteren is.”

Er kan genoeg groeien, maar boeren moeten leren hoe

Ethiopië is een mooi gebied, met vruchtbare grond. Maar… acht maanden lang valt er geen regen. En er is geen ontwikkeling, geen geld. “Ik was er aan het begin van de regenperiode, dus er stond geen grassprietje op de grond. Qua teelt zijn er echt wel kansen hier. Er zijn gewassen die tegen dit klimaat kunnen. Er kan genoeg groeien, maar boeren moeten leren hoe. Daarnaast moeten boeren het belang van kwalitatief goed ruwvoer leren inzien. Want nu laten ze de koeien in de droge periodes heel ver lopen voor weinig ruwvoer en geven ze aanvullend meel. Of ze voeren stokkerige plantresten aan de koeien. Maar dat werkt niet voor een koe. Dit is dus echt een bewustwordingsproces. Gelukkig heb ik ook goede voorbeelden gezien, en deze boeren kunnen een voorbeeldrol spelen en kennis delen.”

Afbeelding: Wander-rundvee

Op de tuktuk naar de boer

De verkoper van de meelfabriek heeft geen mooie leaseauto, maar een oude tuktuk. Hier rijdt hij mee van huis naar de fabriek en terug. “Maar bij zijn klanten komt hij dus niet, hij ziet niet wat er speelt. Dus een eerste winst voor de coöperatie is: zorg dat deze man deugdelijk vervoer heeft, zodat hij de boer op kan en met eigen ogen kan zien wat er speelt. En zorg dat hij informatiemateriaal heeft om boeren uit te leggen hoe je koeien moet voeren.”

Nog een opvallende anekdote?

“Toen ik wegreed bij het vliegveld waren ze aan het grasmaaien. Niet met een grasmaaier. Nee… vijf mensen waren met een hand-heggenschaar het gras aan het knippen. Dit was niet op een achteraf vliegveldje, maar bij Ethiopia International Airport”, vertelt Wander. “Dat vertelde in één klap de situatie van het land: geen geld, geen middelen.”