“Boeiend om nieuwe dingen te leren en de overeenkomsten te zien”, zegt Herman Bunte over zijn Agriterra-ervaring

8 januari 2019

Onlangs zijn drie collega's op pad geweest voor een project van Agriterra. Reudink-collega Herman Bunte was een week in Kenia om twee coöperaties, Lelan Highland Dairies en Mrany Farms Cooperative, inzicht te geven in het werken met kengetallen en hoe dit tot meer melkproductie kan leiden.

Veel gereisd

Afbeelding: Agriterra_Herman Bunte_360x270

Herman: “Ik ben nu 66 jaar en altijd melkveevoorlichter geweest. Ik heb veel gereisd – voor mijn werk én privé – en ben altijd nieuwsgierig naar de melkveehouderij in het buitenland. Het is boeiend om nieuwe dingen te ontdekken en te leren, maar ook om te zien dat er overeenkomsten zijn. Dat geeft mij steeds weer nieuwe energie, zeker als je dan ook nog kennis kan delen met elkaar. Ik vind het geweldig dat ForFamers en Reudink hieraan hun medewerking verlenen.”

Inzicht in kengetallen

De reis van Herman ging naar Kenia, naar een plek 8 uur rijden ten noordwesten van de hoofdstad Nairobi. Twee coöperaties die melk van omliggende boeren inzamelen – zogenaamde milk collection centers – hadden de vraag hoe je met kengetallen beter kunt sturen op melkproductie. Zij willen doelgerichter werken, een hogere melkproductie bij de boeren realiseren, en een betere planning kunnen maken voor een constantere instroom van melk. Herman: “Ik heb eerst met het coöperatiebestuur gesproken. Hun belangrijkste wens was om hun eigen voorlichters én een groep boeren waar ze melk ophalen, inzicht te geven in het kwantificeren door middel van kengetallen. Heel basic: hoe zit het productieproces in elkaar en hoe kan je dat met data het beste vastleggen.”

365 dagen per jaar buiten

Herman vervolgt: “Het zijn overwegend kleine bedrijfjes met gemiddeld 2 tot 6 hectare land en een veestapel variërend van 5 tot 30 dieren. De bedrijven liggen op meer dan twee kilometer hoogte en de koeien zijn 365 dagen per jaar buiten. Ze eten bijna alleen maar gras. Geen gecultiveerd gras, maar gewoon wat er groeit. Ze hebben dus dieren, maar niet altijd (goed) voer en de kwaliteit van het voer is ongewis. In de periode dat er geen regen valt, is er sowieso weinig gras en loopt de melkproductie nog sterker terug.”

Elektriciteit ontbreekt vaak en de meeste boeren melken met de hand. De dagproductie per bedrijf varieert van minder dan 5 liter tot 60 liter. Ze brengen de melk met de motor – als ze die al hebben – naar een van de collection centers. En van daaruit gaat de melk met grotere bussen naar een zuivelfabriek. “Het is net of je 60 jaar terug stapt in de tijd.”

Afbeelding: Agriterra_Herman Bunte_koeien_720x290

Koeien ruiken overal hetzelfde

De coöperaties zijn gedreven om de bedrijfsvoering verder te ontwikkelen. Daarom namen óók hun voorlichters deel aan de trainingen die week. “In tweeënhalve dag heb ik 8 boeren en 14 voorlichters de basis bijgebracht van het werken met kengetallen en ze aangemoedigd om deze voor hen nieuwe techniek in te zetten. Het stimuleert ze om praktisch na te denken: je hebt een bepaalde hoeveelheid land, dus hoeveel koeien zou je logischerwijze kunnen houden? Het land, dat erg intensief gebruikt wordt, is de beperkende factor.”

De basis van het proces is in Kenia niet anders dan hier op een modern bedrijf met 500 koeien. “Koeien ruiken overal hetzelfde. Ook in Kenia moeten koeien goed gevoerd worden, tijdig drachtig worden, gezond blijven. En moet je in de gaten hebben wat de input is en of er voldoende voor terugkomt”, aldus Herman.

Toekomst opbouwen

Afbeelding: Agriterra_Herman Bunte_groep_360x270

Het resultaat, na een week van bedrijfsbezoeken en trainingen, is bewustwording en inzicht in het belang van kengetallen. “Het bestuur van de coöperaties beseft dit nu óók, en geeft de voorlichters de ruimte om daarmee aan de slag te gaan”, constateert Herman. “Wat opvalt is de honger naar kennis. Zelfs nu mailen ze me nog allerlei vragen. Wat me persoonlijk goed doet, is dat je met onze kennis iets kan bijdragen om mensen dáár een toekomst op te laten bouwen in de melkveehouderij. Dat is voor mij heel wezenlijk.”

Wensen: motor en paraplu

“Tijdens mijn training vroeg ik aan de voorlichters wat zij nu van hun coöperatie verwachten. Hun antwoord: we willen graag een motor, om sneller en makkelijker bedrijven te kunnen bezoeken. Nu gaat dat met openbaar vervoer, of lopend…. Een tweede grote wens was een paraplu. Hoewel het er vaak erg droog is, kan het er ook flink regenen. En blijkbaar zijn paraplu’s niet of nauwelijks verkrijgbaar. Zo ervaar ik elke keer weer tijdens zo’n reis dat je tevreden kan zijn met weinig”, glimlacht Herman.