Het gesprek: “Verspilling voorkomen – dat is volgens mij de essentie”

25 januari 2022

Nick Major in gesprek met Stan Raben, director Engineering & Projects

De productie van voer is een energievretend proces. Met de juiste maatregelen valt er juist daarom ook veel winst te behalen op het gebied van duurzaamheid. Het internationale OPS-platform van ForFarmers speelt hierin een grote rol. Hoe pakken ze dat aan? Wat zijn de ambities? En wat is er al gerealiseerd? Nick Major ging hierover in gesprek met Stan Raben, director Engineering & Projects en lid van het OPS-platform.

Afbeelding: Dzh_Nick Major_Stan Raben_inline
Nick Major (l.) vanuit de UK in gesprek met Stan Raben in Nederland.

Zuinig zijn op je spullen

Nick: “Wat betekent duurzaamheid voor jou?”
Stan: “Zuinig zijn op je spullen en geen dingen of etenswaren onnodig verspillen. Zo ben ik opgevoed en dat probeer ik in ons gezin nu ook over te brengen. Ik denk dat dat de essentie is van duurzaamheid. Immers, je kunt iets wel heel duurzaam produceren, maar als een groot deel van het product uiteindelijk verspild wordt, heb je nog weinig tot niets gewonnen.”

Dé plek om kennis en ideeën uit te wisselen

Nick: “Dan de vraag die veel lezers zich nu ongetwijfeld stellen: wat is het OPS-platform?”
Stan: “Dit is een internationale groep collega’s die binnen ForFarmers verantwoordelijk zijn voor Operations en Group Supply Chain, ofwel de toeleveringsketen. We hebben met dit platform eens per twee maanden een uitgebreid overleg waarin allerlei zaken vanuit Operations en Supply Chain aan de orde komen. De bedoeling is om elkaar te informeren, van elkaar te leren, elkaar te helpen om eventuele knelpunten op te lossen en om in algemene zin de prestatie van Operations en Supply Chain te verhogen en de kosten te verlagen. Naast dit overleg hebben we ook elke maand een korte update call van een uur, zodat we altijd weten wat er speelt en kort op de bal blijven zitten.”
Nick: “Welke rol speelt duurzaamheid in dit overleg?”
Stan: “Dat is inmiddels een vast onderwerp. Logisch, want het is inmiddels maatschappelijk maar ook voor ForFarmers steeds belangrijker geworden. Voor de productie van voer is veel energie nodig. Als we dat energieverbruik kunnen verlagen en verduurzamen, zet dat echt zoden aan de dijk. Het platform is natuurlijk dé plek om kennis en ideeën uit te wisselen, zodat toepassingen die op één plek goed blijken te werken ook in de andere landen worden opgepakt en je niet overal het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.”

Energiebesparing en verduurzaming

Nick: “En wat betekent dat in de praktijk voor Engineering & Projects?”
Stan: “Onze belangrijkste taak was altijd ervoor te zorgen dat alle investeringen in de fabrieken goed en tijdig worden voorbereid en vervolgens ook op een veilige manier worden gerealiseerd. Dat is niet veranderd, maar daar is de duurzaamheidscomponent aan toegevoegd. Wij zoeken continu naar mogelijkheden om binnen productie zoveel mogelijk energie te besparen, bijvoorbeeld met efficiëntere productieprocessen en machines. Tegelijkertijd werken we aan verduurzaming van ons energieverbruik door meer en meer gebruik te maken van hernieuwbare energie zoals zonne-energie, houtsnippers, biogas en dergelijke.”
Nick: “Dit raakt dan vooral het onderdeel Operations binnen het platform. Op welke manier dragen de andere bedrijfsonderdelen binnen het platform bij aan de verduurzaming van ons productieproces?”
Stan: “De collega’s van Nutritie & Innovatie, Inkoop en Formulatie kiezen bijvoorbeeld voor duurzamere grondstoffen en werken aan manieren om de voederconversie te verlagen. Daarmee verkleinen we de CO2-voetafdruk van de totale voedselketen. Verder passen ze recepten aan zodat het minder energie kost om een kwalitatief goede korrel te persen. Bovendien worden er concepten ontwikkeld waarvoor het voer helemaal niet meer geperst hoeft te worden en dat scheelt natuurlijk ontzettend veel. Maar daarover kunnen de collega’s veel meer vertellen dan ik.”
Nick: “Dat begrijp ik. In eerdere gesprekken, bijvoorbeeld met Rosemarijn Gerritsen van het NIC, is dat ook aan de orde gekomen.”

Concrete en ambitieuze doelen voor 2025

Afbeelding: Biomassacentrale_sidebar
Biomassacentrale in Lochem

Nick: “Terug naar Operations: wat is jullie stip op de horizon?
Stan: “Onze doelstellingen zijn opgenomen in de Build to Grow 2025 strategie die najaar 2020 is gelanceerd. Voor de lange termijn is het onze ambitie om in 2030 maar liefst 75% minder CO2 per ton eindproduct uit te stoten dan in 2015. Voor de korte termijn, dat wil zeggen voor 2025, hebben we drie harde doelstellingen gedefinieerd. 1: onze grootste fabriek in Lochem moet dan volledig CO2-neutraal zijn. 2: over heel Operations – dus productie plus uitgaande logistiek in alle vijf landen waar we actief zijn – moet het energieverbruik per ton eindproduct met 10% gereduceerd zijn ten opzichte van 2019. En 3: van de energie die we in 2025 nog gebruiken moet 50% uit hernieuwbare bronnen komen.”
Nick: “Dit zijn heel concrete maar ook heel ambitieuze doelstellingen! Kun je een voorbeeld geven van een project dat hierop gericht is?”
Stan: “Een heel belangrijk project dat we drie jaar geleden hebben gerealiseerd is natuurlijk de biomassacentrale in Lochem. Daarin verbranden we houtsnippers die vrijkomen bij regulier bos- en landschapsonderhoud in de regio. Met de vrijgekomen warmte stoken we de stoomketel op die de stoom produceert waarmee het voer tot korrels wordt geperst. Met deze centrale kunnen we het fossiele aardgasverbruik van deze locatie met circa 90% reduceren.”
Nick: “Dat klinkt indrukwekkend!”
Stan: “Inderdaad. Helaas halen we dat nu nog niet, omdat we nog te veel technische storingen hebben. Maar we werken er hard aan om die 90% te realiseren. En intussen is het een goede leerschool voor volgende projecten.”

Overstap van steenkool op aardgas in Polen

Afbeelding: Lochem terrein_zonnepanelen_sidebar
Zonnepanelen op twee loodsen in Lochem

Nick: “Heb je ook een voorbeeld uit een van de andere landen?”
Stan: “In Polen hebben we geïnvesteerd in ‘cogeneratie’, ook wel warmtekrachtkoppeling of WKK genoemd. Dit houdt in dat we zelf elektriciteit opwekken met een gasmotor en met de warmte die daarbij ontstaat verwarmen we de stoomketel. Bovendien wordt in Biskupice de steenkool als brandstof vervangen door aardgas. Al met al levert dit een CO2-besparing op van circa 30%.”
Nick: “Is het niet merkwaardig dat in Polen de overstap op aardgas bijdraagt aan duurzamer produceren, terwijl men in Nederland juist het aardgasverbruik wil terugdringen?”
Stan: “Tja, dat heeft natuurlijk alles te maken met de uitgangspositie. Aardgas is niet ideaal, maar als het in de plaats komt van steenkool, dan is dat een hele verbetering.”

Nick: “En hoe ver zijn we eigenlijk met zonnepanelen op onze productielocaties?”
Stan: “In Lochem liggen er al bijna 3.000 op het dak van het hoofdkantoor en op twee loodsen. Samen zijn die goed voor circa 805.000 kWh zonnestroom per jaar. Op diverse andere locaties zijn we er ook mee bezig. De bijdrage van de zonnepanelen is weliswaar slechts enkele procenten, maar alle beetjes helpen. We kijken ook naar directe en virtuele koppelingen met externe zonneparken en daarmee kunnen we mogelijk wel enkele tientallen procenten besparing realiseren.”

Het perfecte voorbeeld van circulariteit

Afbeelding: mestvergister_manure digester_sidebar
Mestvergister op boerenerf

Nick: “Als je één project moet kiezen dat er voor jou echt uitspringt, welk project is dat dan?”
Stan: “Daar hoef ik niet lang over na te denken: de samenwerking met coöperatie ‘Oxe Geeft Gas’ die we onlangs hebben beklonken. Dit is een initiatief van vijf melkveehouders in Oxe, een buurtschap vlak bij Deventer. De boeren hebben een mestvergister op het eigen erf – of investeren er nu in – en produceren daarin biogas met de verse mest uit hun stallen. ForFarmers neemt dit biogas af en gebruikt dit voor de opwekking van stoom in de fabriek in Deventer. Op jaarbasis vervangen we zo 400.000 kubieke meter aardgas door biogas en dat is circa 85% van het jaarverbruik van locatie Deventer.”
Nick: “Dat klinkt als een mooie en vooral duurzame deal.”
Stan: “Het is het perfecte voorbeeld van circulariteit; dat vind ik het mooie ervan: de boeren nemen voer van ForFarmers af en voeren dat aan hun vee, de mest die ontstaat wordt op eigen erf vergist en het vrijkomende biogas wordt naar ForFarmers getransporteerd die er vervolgens stoom mee opwekt om weer nieuw mengvoeder te produceren. Het digestaat dat in de vergister achterblijft, gebruiken de boeren als mest op het eigen land. Hoewel het voor ons geen groot technisch investeringsproject is, was het wel heel mooi om samen om tafel te zitten – met aan de ene kant de melkveehouders en hun adviseur en aan de andere kant onze collega’s van energie-inkoop en juridische zaken – en ondanks de verschillende belangen toch te komen tot een heel mooi contract waar beide partijen heel blij mee zijn.”